Editie 2, 2011

Kies hieronder een editie van Nurse Academy of bekijk alle leermodules.

Soa’s zijn seksueel overdraagbare aandoeningen. Per jaar lopen in Nederland naar schatting ruim 100.000 mensen een soa op. Voorbeelden van soa’s zijn: infectie met hiv, dat aids veroorzaakt, chlamydia, genitale wratten, herpes genitalis, gonorroe, hepatitis-B en syfilis. Soa’s worden overgedragen via sperma, bloed, vaginaal vocht en bij contact van slijmvliezen. Deze zitten onder andere in de anus, de penis, de vagina en de mond.

Lees verder

In 1987 kwam het antiretrovirale middel zidovudine (AZT) beschikbaar voor de behandeling van mensen met een hiv-infectie. In de jaren daarna kwam er nog een aantal hiv-remmers beschikbaar. Aanvankelijk werd monotherapie met een hiv-remmer toegepast bij symptomatische patiënten. De duur van de effectiviteit bleek echter beperkt. Uit de ‘Concorde’ studie in 19931 kwam naar voren dat er geen verschil in effect was tussen vroeg (asymptomatisch stadium) en laat (bij klachten)...

Lees verder

Hypothermie is een nieuwe en veelbelovende neuroprotectieve therapie voor a terme neonaten met ernstige perinatale asfyxie. Gezien de impact van de hypothermie op de fysiologie van de neonaat is intensieve medische en verpleegkundige zorg een noodzaak. In de toekomst zullen onderzoeken zich moeten richten op het optimaliseren van de hypothermie en het combineren van hypothermie met andere behandelingen.

Lees verder

Tijdens de lessen medisch rekenen aan eerstejaarsleerlingen anesthesiemedewerker en operatieassistent krijg ik regelmatig de volgende mededeling van een student: ‘Ik kan wel rekenen, maar ik zie niet wat ik moet doen.’ Veel jonge studenten zijn, waarschijnlijk door de manier waarop ze geschoold zijn, visueel ingesteld. Dat wil zeggen, dat we ons als begeleider niet alleen moeten afvragen of de student wel kan rekenen, maar ook of hij een opgave kan visualiseren.

Lees verder

Medicatiefouten komen veel voor en verpleegkundigen zijn daar vaak bij betrokken. Allerlei interventies om medicatieveiligheid te verhogen zijn al bedacht. Deze worden in meer of mindere mate daadwerkelijk toegepast in de praktijk en zijn tevens in meer of mindere mate wetenschappelijk onderzocht.

Lees verder

Het acuut compartimentsyndroom (ACS) is een acuut ontstane verhoogde druk in een aangedaan spiercompartiment. Om weefselversterf te voorkomen is snelle diagnostiek van groot belang. De diagnose wordt gesteld door middel van de 4 P’s. Bij het vermoeden van het ACS is chirurgisch ingrijpen geboden. Een fasciotomie is de enige remedie. Het sluiten van de wond kan op verschillende wijzen gebeuren: spontaan, door middel van veters, vac-pomp of huidtransplantatie.

Lees verder

Lymfoedeem is een veelvoorkomende complicatie van kankerbehandeling. Het eerste symptoom kan een zwaar of vermoeid gevoel in het betreffende ledemaat zijn, zichtbare zwelling treedt in dat geval later op. Wanneer het vroeg wordt onderkend en adequaat wordt behandeld kan chronisch LO worden voorkomen. Om symptomen vroeg te kunnen herkennen moeten patiënten goed zijn voorgelicht, ook moeten zij zich bewust worden van de beïnvloedende factoren. Het is voor elke individuele...

Lees verder

Het is altijd moeilijk om achteraf een wegraking (collaps, syncope) te analyseren. Een van de onderzoeken naar de oorzaak van een syncope is wellicht niet zo bekend en heet de Head Tilting Test of in het Nederlands: de kanteltafeltest. Deze test wordt vanaf 1984 al beschreven in de literatuur. Tot ongeveer 1995 hebben zich veranderingen in de test voorgedaan, die op hun effectiviteit zijn getest en onderzocht. Er is nu een onderzoek dat maar een half uur hoeft te duren. Door middel van de...

Lees verder

Het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS) is bekend onder verschillende namen, zoals posttraumatische dystrofie, sudeck-dystrofie (genoemd naar de Duitse chirurg Paul Sudeck), en sympathische reflexdystrofie. In 1993 heeft de International Association for the Study of Pain (IASP) voorgesteld om de naam complex regionaal pijnsyndroom type 1 te gebruiken. Er werd oorspronkelijk een onderscheid gemaakt tussen crps 1 en 2 vanwege aantoonbaar zenuwletsel bij type 2. Verschillende recente...

Lees verder

De casus beschrijft een 86-jarige mevrouw met een frontotemporale dementie, die nog een vrij compleet en goed verzorgd eigen gebit heeft. Zij is voor mondzorg afhankelijk van verzorgend personeel, maar door haar dementie vertoont ze afwerend gedrag. Mevrouw heeft een vergrote kans op mondproblemen door haar algemene gezondheid en de medicatie die voor een droge mond zorgt. Het gebit moet echter behouden blijven en mondproblemen moeten worden voorkomen. Hoe moet de mond verzorgd worden en...

Lees verder

Circa twee derde van de Nederlanders met dementie woont thuis. Thuis wonen is gewenst en dan het liefst op een zo veilig mogelijke manier. Met bouwkundige woningaanpassingen kan het langer veilig thuis wonen worden ondersteund. Dit artikel geeft een overzicht van de veiligheidsaspecten in de woning, zoals de risico’s op vallen, dwalen en brand. Daarnaast wordt een opsomming gegeven van de bouwkundige oplossingen die de veiligheid in huis kunnen vergroten. Bij woningaanpassing...

Lees verder

De nieuwste editie

 

Editie 2, 2011

Inloggen