In de literatuur worden twee soorten duizeligheid onderscheiden. De draaiduizeligheid, ook wel vertigo genoemd, is de illusie een draaibeweging te ondergaan. Lang rondjes draaien in een draaimolen of een pirouette maken geeft dit gevoel. Vertigo is een illusie alsof men is onderworpen aan een niet-bestaand bewegingspatroon. Het kan variëren van een gevoel alsof men naar één bepaalde kant wordt getrokken tot een gevoel alsof de omgeving of de patiënt zelf draait.
Draaiduizeligheid gaat vaak gepaard met misselijkheid, bleekheid, angst, sterk transpireren en ataxie. De oorzaak van draaiduizeligheid ligt dikwijls in het evenwichtsorgaan in het binnenoor, het vestibulaire apparaat. Draaiduizeligheid kan wijzen op de ziekte van Ménière, op visuele stoornissen als een te grote of verkeerde refractie of op het plotseling ontstaan van een parese van de oogspieren waarbij de patiënt dubbelziet.
Daarnaast is er de duizeligheid die een licht gevoel in het hoofd geeft (Engels: dizziness), alsof het licht dreigt uit te gaan en flauwvallen op komst is. Deze duizeligheid is minder goed gedefinieerd en wijst meer in de richting van functionele klachten, bijvoorbeeld als gevolg van een (tijdelijk) tekort aan bloed in het brein, cerebrale hypoperfusie. Dat kan worden veroorzaakt door cardiovasculaire pathologie, zoals verstopte halsslagaders, hartritmestoornissen, atherosclerosis cerebri, aortastenose of een verstoring van het autonome zenuwstelsel.
Er kunnen ook metabole oorzaken zijn, zoals hypoglykemie, bloedarmoede, bijwerking van sommige geneesmiddelen, intoxicaties, hyperventilatie, of aandoeningen aan oog of oor. Ook een (al dan niet tijdelijk) verlaagde bloeddruk kan de oorzaak zijn van duizeligheid. Bij ouderen is orthostatische hypotensie een beruchte oorzaak van duizeligheid met risico op vallen.