Externe fixateur bij distale radiusfracturen

Auteur(s): Baalen, S. van en Deenik, A.
Rubriek: Casuïstiek
Verpleegkundige Verpleegkundige specialisten

Jaarlijks worden er tussen de 50.000 en 60.000 polsbreuken (distale radiusfractuur) behandeld. Ongeveer 90% van de patiënten wordt conservatief behandeld met gips en 10% wordt geopereerd.1 De verschillende behandelmogelijkheden leveren veel discussie op en om deze reden heeft de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) in 2010
een richtlijn opgesteld voor de behandeling van polsbreuken.2 Soms is er sprake van een gecompliceerde breuk, in die gevallen kan een externe fixateur uitkomst bieden.
Het is een uitwendig raamwerk, waarmee de losse stukken van een gecompliceerde breuk in de juiste stand worden geplaatst. Ook krijgen het bot en het bijkomend huid- of wekedelenletsel de kans om te genezen.3 Een externe fixateur vraagt postoperatief dagelijkse verzorging van de patiënt, verpleegkundige, verzorgende of mantelzorger, om eventuele complicaties in het behandeltraject te voorkómen. Daarom zijn goede instructies en nabehandeling essentieel na het plaatsen van een externe fixateur.

Editie 1, 2015 Download artikel

Inloggen