Glaucoom is een verzamelnaam voor oogaandoeningen die, met een hoge oogboldruk als belangrijkste risicofactor, een beschadiging van de oogzenuw als centrale kenmerk hebben. De oogzenuwbeschadiging heeft gezichtsvelddefecten tot gevolg en leidt onbehandeld uiteindelijk tot blindheid.
Het oog houdt zichzelf constant op spanning met het aanwezige kamerwater in de oogbol. Hierdoor behoudt het oog zijn bolle vorm, wat een voorwaarde voor goed zien is. Het kamerwater heeft overigens niets te maken met het uitwendige traanvocht.
Een normale oogdruk varieert per persoon en ligt tussen 11 en 21 mmHg (millimeter kwikdruk). Glaucoom kan echter ook ontstaan bij een statistisch normale oogdruk (van bijvoorbeeld 18 mmHg) en omgekeerd hoeft een verhoogde oogdruk (hoger dan 21 mmHg) niet altijd te leiden tot glaucoom: de gevoeligheid van de oogzenuw voor een verhoogde oogdruk varieert per persoon (figuur 1).