De mitralisklep heeft een belangrijke functie in het hart. Het is de fysieke scheiding van het lagedruksysteem (rechter harthelft) en het hogedrukdeel van het hart (linkerventrikel). Het bloed wordt door de rechterventrikel naar de longen gepompt. Vanuit de longen stroomt het naar de linkeratrium. Vanuit dit atrium komt het bloed in de linkerventrikel, die het bloed de aorta inpompt. Als de mitralisklep niet goed sluit, heeft dit meerdere gevolgen:
- Tijdens de systole stroomt er bloed terug in het linkeratrium. Dit zorgt voor een (te) hoge druk in het linkeratrium en verstoort de doorstroming van de longen. De rechterventrikel moet nu harder pompen om het aangeboden bloed vanuit het lichaam naar de longen te pompen. Hierdoor kan de rechter harthelft decompenseren.
- De hogere druk in het linkeratrium rekt dit uit, waardoor er ritmestoornissen en bloedstolsels kunnen ontstaan.
- Er stroomt minder bloed naar de lichaamscirculatie. Dit zorgt voor minder bloeddoorstroming van hersenen, nieren en overige organen en weefsels dan normaal.
- Het lichaam wil de bloeddruk verhogen door harder te pompen en de arteriën aan te spannen. Hierdoor moet het hart meer inspanning leveren; de hartspier groeit en verbruikt meer zuurstof.
- Vooral tijdens inspanning, zoals traplopen, ontstaat er kans op kortademigheid of tekort aan bloed in de hersenen (duizeligheid).
- Organen zoals de nieren zijn afhankelijk van een bepaalde bloedflow, wordt deze te laag, dan ontstaan er nierfunctiestoornissen.