‘Laten we eerst maar eens een hartfilmpje maken’, is een veelvoorkomende uitspraak in de huisartsenpraktijk, op de Spoedeisende Hulp en op poliklinieken.
Een elektrocardiogram of ECG is een registratie van de elektrische activiteit door de hartspier. Een spiercel trekt samen onder invloed van natrium-, kalium- en calciumionen die door de celmembraan heen en weer worden getransporteerd. Het ladingstransport en de elektrische activiteit gaan vooraf aan de mechanische activiteit.
Het aan de buitenkant van het lichaam afgeleide ECG is een registratie van de resulterende som van al die afzonderlijke potentialen van alle hartspiercellen in de tijd. De gemeten elektrische spanning ligt in de orde van grootte van 1 millivolt; er is dus gevoelige apparatuur nodig. Ook moet de patiënt goed stilliggen om de meting niet door de activiteit van andere spieren te verstoren.
Uit een ECG is veel informatie af te leiden over de werking van de hartspier, met name bij ritmestoornissen. Over de pompwerking van het hart geeft het echter alleen op indirecte wijze informatie. Bij zuurstoftekort (ischemie)van de hartspier zijn er karakteristieke afwijkingen zichtbaar.