Jicht is een veelvoorkomende reumatische aandoening met een prevalentie van 7 per 1000 ingeschreven patiënten in de Nederlandse huisartsenpraktijk. Jicht heeft veelal een recidiverend verloop. Klachten bestaan uit heftige artritiden met veel pijn en functiebeperking en hebben ook maatschappelijke consequenties zoals hoog ziekteverzuim en hoge zorgconsumptie. Daarnaast komt er steeds meer bewijs dat jicht een onafhankelijke risicofactor zou kunnen zijn voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en het metabool syndroom.
In Nederland vindt behandeling in eerste instantie plaats door de huisarts. Verwijzing naar de reumatoloog volgt in de regel wanneer sprake is van onvoldoende effect op de ingestelde medicamenteuze behandeling en/of wanneer zich twee of meer jichtaanvallen per jaar voordoen (nhg-Standaard M90). Voor de behandeling kan de reumatoloog gebruikmaken van door de eular opgestelde richtlijnen en/of de Britse richtlijnen. Deze richtlijnen geven advies over diagnostiek en behandeling.
In (inter)nationale literatuur wordt aangegeven dat de huidige stand van behandeling van jicht niet optimaal is. Verpleegkundigen kunnen een grote bijdrage leveren aan de behandeling van jicht door het geven van goede dieet- en leefstijladviezen. Ook het stimuleren van therapietrouw is essentieel.