Werken met heel grote of heel kleine getallen is altijd lastig. Je kunt je er geen voorstelling van maken. Hoeveel zoutkorrels zitten erin één kilogram zout? En hoeveel moleculen suiker zitten in een 500 ml zak glucose 5%? Simpel antwoord: ‘Heel veel!’
U hoeft geen scheikundige te zijn om te zien dat het rekenen met ‘losse’ deeltjes geen pretje is. Een milligram van een willekeurige stof bevat al gauw enige triljarden deeltjes. Soms zelfs meer dan het aantal sterren aan de hemel.
Als hulpmiddel bij het meten en rekenen met stoffen is het begrip ‘mol’ ontstaan. Dit begrip is onlosmakelijk verbonden met het ‘getal van Avogadro’. De naamgever van dit begrip, Amedeo Avogadro (1776-1856), was zelf niet in staat om het getal uit te rekenen. Dit is pas in 1908 berekend door Jean Perrin.