‘Hou uw achterpoortje open, dan kan de dokter naar de duvel lopen.’ Het oude Vlaamse volksgezegde toont het belang dat men door de eeuwen heen hecht aan een goede stoelgang. Het waarschuwt ook voor de problemen die ontstaan wanneer de stoelgang verstoord is. Obstipatie is nog steeds een ondergeschoven kindje in de geneeskunde. Het is een van de ‘u-weet-wel-wat-ikbedoel’ aandoeningen. Het wordt beschouwd als een bekend maar verder vooral triviaal probleem.
Bovendien ligt er nog steeds een zeker taboe op onze gang naar het kleinste kamertje. De patiënt, de dokter, de familie en de verpleegkundige praten er niet graag of gemakkelijk over. Het gevolg is dat er ten gevolge van een verstoorde stoelgang veel in stilte wordt geleden en afgetobd. De grappen en illustraties over patiënten met een moeilijke stoelgang zijn dan ook legio (figuur 1).
Uit de klassieke medische literatuur dateert de zegswijze: Qui bene purgat, curat. Wie goed ontlast, geneest. Al met al voldoende reden om het achterpoortje nog eens op een kier te zetten en extra aandacht te besteden aan het spectrum van obstipatie.